Handleiding scheidsrechter JO9 en JO11

Voor de beginnende JO9 en JO11 ouders/scheidsrechters hebben we wat tips op een rijtje gezet, die nuttig kunnen zijn om ze op weg te helpen hun eerste wedstrijden goed te kunnen fluiten en van hun eerste wedstrijden plezierige ervaringen te maken.

Voorop bij het begeleiden van een wedstrijd in de E en F staat dat u de spelers de gelegenheid geeft plezier in het voetbal te hebben.

Dit kunt u het best bereiken door duidelijk en eerlijk te fluiten. Fluit met overtuiging, laat zien dat u er zin in hebt. Zeker in de jongste leeftijdcategorie is het raadzaam de wedstrijd te onderbreken bij valpartijen en overtredingen en waar nodig ruim de gelegenheid te geven
voor verzorging. Geef duidelijk aan wat u wilt en wat u besloten hebt. Praat met de spelers, niet alleen die van uw eigen vereniging. Leg uw beslissingen in duidelijke taal uit.
Om u te helpen duidelijk leiding te geven aan een pupillenwedstrijd enkele aanbevelingen:

Meenemen naar het veld
Zorg voordat u aan de wedstrijd begint voor een horloge, een fluitje, een bal, notitieblokje en een pen.

Bal
De wedstrijdbal krijgt u overhandigd van het thuisspelende team.

Fluitje
Probeer het fluitje (te verkrijgen in de commissiekamer) uit voordat de wedstrijd begint door er vooraf even op te blazen, het is raadzaam het kurkje nat te maken voor gebruik, en het fluitje even te spoelen, zodat u zeker weet dat er geen zand o.i.d. In zit.

Pen & papier
In deze leeftijdcategorie komen vaak hoge uitslagen voor. Zowel de spelers als sommige leiders staan erop dat u goed bijhoudt hoeveel er gescoord is.

Veld
Er wordt gespeeld op een half seniorenveld.

Speelduur
De speeltijd bij de F-jes is 2*20 minuten, bij de E-teams 2*25 minuten.

Leiders
Geef bij het betreden van het veld beide leiders een hand. De leider is uw aanspreekpunt. Praat met de leider bijvoorbeeld bij ernstig onsportief gedrag van ouders of spelers.

Spelers
Er mag doorlopend gewisseld worden.
Een van de spelers functioneert als keeper, hij/zij moet duidelijk te onderscheiden zijn. Ook keepers mogen op ieder moment gewisseld worden, mits de scheidsrechter op de hoogte is gebracht dat de wissel plaatsvindt en dit gebeurt tijdens een onderbreking van de wedstrijd. Spelers moeten de standaarduitrusting aan hebben, dus een shirt, broek, kousen, scheenbeschermers en voetbalschoenen.

Aanvoerders
Geef voor de wedstrijd beide aanvoerders een hand. U kunt nu officieel gaan tossen, maar soms is het handiger en vriendelijker de tegenstander de keuze te laten: of speelhelft kiezen of aftrappen.

Beslissingen van de scheidsrechter

  • Beginsignaal: Informeer bij beide keepers of ze klaar zijn voor de wedstrijd. Kijk op uw horloge en fluit met overtuiging het beginsignaal. Er wordt afgetrapt vanaf het midden van het veld.
  • Overtreding: Het spel wordt onderbroken als een speler een overtreding maakt. De bal gaat voor een vrije trap naar de tegenpartij. Ook als een veldspeler de bal met de hand speelt is er sprake van een overtreding. Dit is echter niet het geval wanneer er sprake is van gezichtsbescherming.
  • Afstand houden: Bij spelhervattingen moeten de spelers van de tegenpartij minstens 5 meter afstand houden, dit geld ook bij de aftrap.
  • Scheidsrechtersbal: Is onduidelijk wie de overtreding heeft begaan (een valpartij), schroom dan niet om een scheidsrechtersbal te geven. Hieraan doet van beide teams één speler mee, de anderen blijven op afstand. Leg uit dat u de bal tussen de spelers laat vallen en dat de bal eerst de grond moet raken voordat deze gespeeld kan worden. Als de bal eerder wordt geraakt moet de scheidsrechtersbal worden overgenomen.
  • Buitenspel: Buitenspel bestaat niet bij E- en F-voetbal.
  • Bal over de lijn: De bal is pas over de doellijn of de zijlijn als hij de lijn helemaal is gepasseerd. Dit is later dan iedereen denkt!
  • Inworp: Als de bal over de zijlijn gaat , wordt het spel hervat met een inworp. Beide voeten dienen op de grond te blijven en de bal moet met twee handen vanuit de nek worden ingegooid.
  • Achterbal: Als de bal door de tegenstander over de achterlijn is gewerkt, kan de keeper het spel hervatten met een uitworp of uittrap. De keeper mag daarbij ver (ongeveer tien passen) naar voren lopen.
  • Corner / hoekschop: Als de bal door de verdedigende partij over de achterlijn is gewerkt wordt het spel hervat met een corner. De bal wordt op de achterlijn gelegd op ongeveer de helft tussen
    doelpaal en de hoek van het veld.
  • Doelpunt: Een doelpunt is pas geldig als de bal in zijn geheel de lijn heeft overschreden. Na een doelpunt wordt het spel hervat met een aftrap vanaf het midden van het veld.
  • Penalty: Penalty’s komen tijdens de wedstrijd bijna niet voor in E- en F-voetbal, tenzij de bal opzettelijk met de hand wordt gespeeld in de directe nabijheid van het doel of een speler in scoringspositie onderuit wordt gehaald. De penaltystip is 8 meter van het doel.
  • Rust: De spelers hebben recht op rust en een leider die erop staat naar de kleedkamer te gaan heeft daar ook het recht toe. Vaak wisselen we in de E- en F-categorie na een korte onderbreking van speelhelft en blijven de teams op het veld.
  • Rust/Eindsignaal: Het rust en eindsignaal geeft u aan door 2 a 3 maal kort achter elkaar te fluiten, zodat voor een ieder duidelijk is dat het rust of wel einde wedstrijd is.
  • Penalty’s tot besluit: In de E- en F-categorie nemen na de wedstrijd alle spelers nog een penalty. Kies daarvoor een van de doelen uit. Markeer de penaltystip op 8 meter voor het midden van het doel. Laat de leiders hun team in een rij neerzetten en laat de spelers om beurten een penalty nemen. Deze penalty’s zijn vriendschappelijk en tellen dus niet mee in de officiële uitslag van de wedstrijd. Nodig na de penalty’s de spelers uit elkaar een hand te geven en te bedanken voor de wedstrijd. Geef zelf beide leiders een hand en vertel de uitslag, Zorg dat de wedstrijdbal weer
    terug komt bij het thuisteam en geef de uitslag door bij de commissiekamer. Lever hier ook uw fluit weer in.